Tinne Roza Van Der Steen °1985
MOMENTUM (opkomende expo 'de Warande' Turnhout, België. 11/01/25 t.e.m. 02/02/25)
Tinne Roza Van Der Steen behoort niet tot de aanhangers van de Klaagcultuur, zoals Robert Hughes ze ooit wegzette in zijn gelijknamige boek; noch tot de patsers, die teren op het spectaculaire. Haar werken zijn subtiel en hebben, wat het onderwerp ook moge zijn, maar één eis: aandachtig kijken.
My Eye, Eye of the Father, Mom, Wout, Léon, Afua, José aka Bruno, Jörg, Frida…
In deze serie ‘oogportretten’ van haarzelf, vrienden en verwanten, en van haar kat, slaagt ze erin om ze toch exact dié expressie mee te geven, waar normaliter een heel gezicht voor nodig is, zijnde aandacht, verwondering, contemplatie, verkramptheid, tevredenheid, vreugde, ironie: het staat er allemaal op te lezen - voor de ziende zienden toch* - zelfs op het gesloten oog van Wout, of op de dichtgeknepen oogleden van Jörg en Mom. Alleen dat van Frida laat zich raden - maar dat is dan ook haar kat.
In één van haar zelfportretten schildert ze dan weer haar gezicht van kin tot neusbrug, zonder de ogen. In een ander met haar gezicht verborgen onder een Covid-masker. Oog - knipoog. Het is duidelijk dat haar werk draait om het zien. Ironie en speelsheid maken daar onmiskenbaar deel van uit, zoals Made in Belgium, een close up van een Ikea-glas waarop nochtans Made in Russia staat gedrukt.
Daarmee zet ze de toeschouwer soms op het verkeerde been.
‘Een titel of een verhaal achter het werk kan het een andere betekenis geven’, zo licht ze me toe.
Zoals in dat werk waar haar hand in een plastic zak zit, of de staart van haar kat in een papieren zak, of een bijtje gevangen in een spinnenweb. Speelse onderwerpen toch, waar al een benauwend, beklemmend gevoel van gevangen te zijn in zit. Daarmee verwijst ze heel subtiel en impliciet naar een minder aangename periode in haar leven, expliciet uitgebeeld in werken met titels als Post Operation , Check-up, Hospital Waste en Chemotherapy - titels die geen nadere uitleg vergen.
Daarin geeft ze aan zelfbeklag niet toe, zoals blijkt uit een werk als Spider Jesus, waarin ze, alweer subtiel, de draak steekt met een cultuur waar het exhibitionisme van het lijden een icoon is geworden; of uit Predator, waarin ze via de tong van haar kat een tong uitsteekt naar haar lot.
Hoewel ze van jongs af aan heeft geschilderd en getekend, en daarin allerlei stijlen heeft beoefend, is Tinne Roza tijdens haar behandeling en genezing anders beginnen kijken en schilderen, niet zozeer als een therapie, maar als een must, een urgentie.
De dringende noodzaak om, onder welke - pijnlijke of beangstigende - omstandigheden ook, dat wat in haar opwelt, op doek of op papier te moeten zetten.
In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister - Goethe.
Dat haar wereld werd verkleind tot een ziekenhuiskamer, of tot haar huiskamer, ervoer ze niet als een beperking, integendeel: daardoor kwam de focus - het oog - op kleine, nietige dingen te liggen, die in een ruimere wereld onopgemerkt zouden zijn gebleven, betekenisloos zouden zijn geweest.
‘Wat voor een ander een saai alledaags beeld is, kan voor mij een verwondering, een inspiratiebron zijn.
Daardoor heb ik besloten mijn inspiratie te halen uit die saaiheid en alledaagsheid, uit beelden waar een ander aan voorbijloopt’.
Een dode vogel, een insect, een ei dat gevallen is, een cava-kurk: al wat haar oog treft, op straat of in huis, gewone, vanuit schilderkunstig oogpunt bekeken toch bijzondere dingen.
Door in uitgesproken zachte tinten te schilderen geeft ze haar onderwerpen een toegevoegde gevoelswaarde, die het geheel nader brengen tot de droom dan tot de werkelijkheid en in feite stepping stones zijn op haar schilderkunstig én geneeskundig parcours.
En soms wordt, wat ze ooit heeft opgeraapt, teruggekaatst.
Zo liep ik onlangs langs een reclamebord waarop een meisje stond afgebeeld, haar tien vingers afgetopt met frambozen: Raspberry Hand !
Life imitates art - Oscar Wilde zei het lang geleden al.
Léon Lemahieu
————————————————————————————
* Ik citeer hier de blind geworden kunstenaar Marcel Van Maele, die ooit zei: ‘ik kan dingen zien die de zienden niet zien.’
Picture: Caroline Barberis
Tinne Roza heeft een unieke benadering van kunst, waarbij ze alledaagse voorwerpen in haar omgeving gebruikt als inspiratiebron. Ze begint haar proces door foto's te maken van objecten die haar opvallen, zoals een spin terwijl ze zelf op toilet zit, een bij die zich vast vloog in een web of gewoon een gevallen blad dat haar pad kruist.
Na het vastleggen van deze beelden op camera, selecteert ze de voorwerpen die haar het meest aanspreken en begint ze met het schilderen van hun essentie.
Tinne Roza’s werk nodigt kijkers uit om de schoonheid in het alledaagse te waarderen en om de verhalen achter de voorwerpen te ontdekken.
Haar kunst heeft een speelse en tegelijkertijd contemplatieve kwaliteit, en ze hoopt dat mensen door haar werk opnieuw leren kijken naar de wereld om hen heen. Zelf heeft ze dat door haar ziekte jaren moeten missen. Tijdens haar gevecht en vooral erna wil Tinne Roza de essentie van het leven keihard benadrukken.
Door het gebruik van alledaagse beelden geeft ze een nieuwe betekenis aan het gewone, en herinnert ze er ons vooral aan dat kunst overal om ons heen te vinden is.
Tekst: Pascal Van Nuffel /ATV